19 april 2000
Een akkerdistelvrije zone tot 50 meter tussen natuurgebieden en agrarische percelen voorkomt in de meeste gevallen dat agrariërs extra kosten moeten maken voor de bestrijding van dit onkruid. Dat blijkt uit onderzoek van
Plant Research International naar de verspreiding en beheersing van akkerdistels. Uit het inmiddels afgeronde onderzoek, met als titel ‘Distelproblematiek in het rivierengebied’, blijkt verder dat de verspreiding van akkerdistel op kleigronden beter met maaien dan met begrazing voorkomen kan worden. De resultaten van het onderzoek worden gebruikt om tussen landbouw en natuurbeheer verdere afspraken te maken.
Tijdens de bloei van akkerdistels worden grote hoeveelheden pluis met de wind meegenomen. Een deel van dat pluis bevat
kiemkrachtig zaad. Het pluis van de plant wordt door de wind over grote afstand getransporteerd. De meeste zaden blijken in het veld-
en modelonderzoek echter binnen afstanden van 10 tot 50 meter van een distelhaard neer te komen. Uit het onderzoek blijkt dat
verder dan 50 meter vanaf een akkerdistelhaard nog wel zaden neerkomen en kiemen. Deze leiden in de praktijk echter niet tot extra
beheerskosten voor de agrariër in vergelijking met andere gebieden.
Het beheer van de akkerdistel veroorzaakt al jaren een spanningsveld ten gevolge van
verschillende belangen van landbouw en natuur. Agrariërs geven aan last te hebben van akkerdistels die komen overwaaien vanuit natuurterreinen. Zij geven aan dat zij daardoor extra
kosten moeten maken om de plant te bestrijden. Vanuit natuuroogpunt is de akkerdistel echter een nuttige plant. De akkerdistel biedt
namelijk beschutting en voedsel voor vogels, insecten en andere kleine dieren.
De verschillende belangen hebben in het verleden geleid tot een terugkerende discussie. Deze speelt met name tijdens en na de bloei
van de akkerdistel, wanneer er duizenden pluizen door de wind worden verspreid. Om deze situatie te verbeteren heeft Plant Research
International in opdracht van Staatsbosbeheer en met medefinanciering van de provincie Gelderland, het ministerie van LNV en het
ministerie van VROM, het onderzoek ‘Distelproblematiek in het rivierengebied’ uitgevoerd. Op basis van de resultaten van het
onderzoek vindt op dit moment overleg plaats in het bestuur van de landbouworganisaties in Gelderland en daarna in de
begeleidingscommissie van het onderzoek. De verwachting is dat medio mei de resultaten en de aanbevelingen van dit overleg
gepresenteerd kunnen worden.
Het afgeronde onderzoek bestond onder meer uit modelberekeningen, veldonderzoeken en interviews met agrariërs. De
veldonderzoeken vonden plaats in de Gelderse Poort, Fort St. Andries en in een aantal vergelijkingsgebieden. De onderzoekers zijn
begeleid door twee commissies waarin een groot aantal vertegenwoordigers vanuit de agrarische sector, het
natuurbeheer en verschillende overheden zitting hadden. Company news release
n2264d |