The Hague, The Netherlands
February 6, 2008
Houtwallen en sloten kunnen het
gebruik van gewasbeschermingsmiddelen terugdringen. Een
gevarieerd bodemleven heeft een gunstige invloed op
bodemvruchtbaarheid. Dit zijn enkele voorbeelden van een betere
benutting van de biologische diversiteit. Hierdoor wordt de
landbouw minder afhankelijk van inbreng van buitenaf zoals
gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest. Een betere benutting van
agrobiodiversiteit is daarom de sleutel tot een meer duurzame
landbouw.
Dit staat in het rapport 'Agrobiodiversiteit, kansen voor een
duurzame landbouw' over onderzoek dat Wageningen UR in opdracht
van het
Ministerie Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) heeft gedaan.
Bij deze agrobiodiversiteit gaat het om drie samenhangende
onderdelen:
- het erfelijk materiaal van
dieren, planten en micro-organismen,
- de organismen en processen
die de zogenaamde ecosysteemdiensten (zoals ziektewering en
bodemvruchtbaarheid) leveren voor de landbouwproductie,
- de biologische en
landschappelijke elementen die bestaan dankzij de landbouw.
Agrobiodiversiteit kan betrekking
hebben op een enkele akker, maar ook op de hele regio.
Strategieën voor het optimaal benutten van agrobiodiversiteit
moeten dus verder reiken dan het boerenbedrijf alleen.
Het ministerie van LNV heeft aan
Wageningen UR gevraagd om onderzoek te doen aan de hand van drie
vragen:
- kunnen
landschappelijke maatregelen op bedrijfsniveau bijdragen
aan plaagbeheersing,
- helpt
bodembiodiversiteit bij het weren van ziektes en het
bevorderen van de bodemvruchtbaarheid,
- hoe zijn boven- en
ondergrondse biodiversiteit met elkaar verbonden?
Het rapport bevat resultaten van
vier jaar onderzoek. Er komen onderwerpen aan de orde als de
mogelijkheden van groenblauwe dooradering (zoals houtwallen en
sloten) bij plaagonderdrukking en de invloed van bodemkwaliteit
op het weren van ziektes. De resultaten zijn zo veel mogelijk
vertaald naar bruikbare maatregelen voor agrarische ondernemers
ten behoeve van een duurzame voedselproductie, zoals
aanbevelingen voor de rotatie en aanleg van bloemstroken. |
|